Roze koeken
Ilse van der Schans verruilde haar baan als anesthesiemedewerker in een operatiekamer voor een carrière in de metaal. Nu is ze meesterlasser. In haar eigen column op pagina 5 van Metaaljournaal vertelt ze over haar belevenissen.

Bij mij op het werk wordt misschien een cobot aangeschaft. Toen ik daar lucht van kreeg, was ik er als de kippen bij om me ertegenaan te bemoeien. Dat doe ik nu eenmaal graag, én ik zag een kans om een nieuw snufje te ontdekken. Toch twijfelde ik ook een beetje. Een cobot… sta ik straks tot aan mijn pensioen dat ding te bedienen? Is alles wat ik met bloed, zweet en tranen heb geleerd dan voor niets geweest?
Thuis dacht ik er nog eens goed over na. Ik realiseerde me dat ik eigenlijk een beetje te laat ben begonnen met dit vak. Vier jaar geleden dacht ik nog dat ik, naast lassen, álles ging leren in de metaal. Draaien, frezen, zetten, kanten, plasma- en lasersnijden en dan ook maar meteen de watersnijder, walsen, waarom ook niet? Nou, dát idee heb ik vrij vlot laten varen. Ik heb mijn handen al vol aan het leggen van een fatsoenlijk lasje. Iedereen die zegt dat lassen makkelijk is liegt, óf is vergeten hoe lang en steil die leercurve is als je het niet moet hebben van talent, maar van gewoon eigenwijs volhouden.
In mijn woonplaats is een technische school waar jongeren sinds kort met een cobot kunnen werken. Stiekem ben ik een beetje jaloers op die jonge mensen. Als je zestien bent, liggen de wereld en de toekomst aan je voeten. Je kunt alle kanten op en vooral: je hebt zeeën van tijd. En je kunt als lunch nog een pak roze koeken eten! Op je zevenenveertigste kom je daar echt niet meer mee weg.
Maar ik heb besloten dat ik aan alles ga meedoen waar ik iets van kan leren. Want mijn toekomst is nu. Dan maar eentje zonder roze koeken.
